Van Oost naar West

Vandaag staat je een rit te wachten die je van de grens in het Indische Assam naar  Trashigang, de hoofdstad van Oost Bhutan, brengt. Een rit van een halve dag waarbij je verschillende vegetatiezones doorkruist en langzaam van de laaglanden van de Brahmaputra vallei naar de uitlopers van het Himalaya gebergte stijgt.
Onderweg passeer je Yongphu La-pas op ongeveer 2100m. Overal rijd je door uitgestrekte bamboe- en teakbossen, de favoriete verblijfplaats van de rode panda en de langoeraap.

De hoofdstad van Oost-Bhutan was vroeger een belangrijke handelspost met Tibet. Door de nabijheid van Assam is het ook een kruispunt van wegen in de 4 windrichtingen. De grootste rivier van het land, de Drangme Chu, stroomt langs de stad en de semi-nomadische mensen van Sakteng en Mera gebruiken de stad als hun voornaamste marktplaats. Hun unieke klederdracht, zo verschillend van de Bhutanese Gho en Kira, maakt hen direct herkenbaar in het straatbeeld.
Vroeg in de ochtend bezoek je Trashigang Dzong, zeer strategisch gelegen bovenop een helling met zicht over de rivier. Nadien rijden we in een 2-tal uur naar het kleine district van Trashiyangtse , Puur natuur met daarin enkele merkwaardige bouwwerken zoals de Chorten Khora, een stupa gemodelleerd naar de grote stupa van Bodnath in Nepal
In de namiddag gaat het verder naar Bhumdeling. Bhumdeling is één van de (weinige) overwinteringsplaatsen van de zwarthalskraanvogels. In de winter dalen ze af van de ijzige Tibetaanse hoogvlakten om te overwinteren op lagere hoogten. Ze arriveren rond eind oktober en vertrekken rond februari/maart weer terug.

Een hobbelige jeeptrack brengt je naar het Migoi National Park, in de regio van de dorpen Merak en Sakteng (ong. 5u). Je verblijft bij een lokale familie in Merak (3500m) waar je kennis maken met de cultuur en levenswijze van de Brokpa. Deze semi-nomadische bevolkingsgroep leeft hoofdzakelijk van de veeteelt (yaks en kleinvee). Het gebied is zeer landelijk, telt talloze kleurrijke dorpen en heeft verschillende bevolkingsgroepen die in harmonie samenleven. Je overnacht er in een eenvoudig familiehuis in Merak.
De volgende morgen maak je een wandeling rond Merak met zicht op de omringde pieken waaronder de heilige Aum Yomo. Nadien terugkeer richting Trashigang. Afhankelijk van hoe vlot de retour gaat, kan je een stop inlassen in Radi (bekend om zijn weeftechnieken) of in de gompa van Ranjung.

Lang de Dangme Chu, de grootste rivier van Bhutan, gaat het richting Mongar met onderweg een zijuitstap naar Dramtse, een van de oudste gompa’s van Oost Bhutan waar de abt een reincarnatie is van Pema Lingpa (de Schattenjager), een boeddhistische heilige die vooral bekend is omdat hij overal in de Himalaya relikwieën van Guru Rinpoche ontdekte. Je rijdt ook over de bekende ‘zigzag’-route nabij het dorp Yadi.
Bij aankomst in Mongar kan er nog een bezoek gebracht worden aan de lokale markten van deze districtshoofdstad.

Over een pas van zo’n 4000m, de Thrumsing La, verlaat je Oost-Bhutan en komt in het Bumthang district. Bumthang is het spirituele hartland van Bhutan. In de 4 Heilige Valleien tref je tal van lhakhangs (tempels) en gompa’s aan waar het boeddhisme nog leeft in zijn puurste vorm.
De eerste vallei die je doorkruist is Ura. Op deze hoogte leeft de bevolking hoofdzakelijk van de landbouw en de teelt van yaks. Met een omweggetje via Membar Tso (het Brandende Meer) arriveer je uiteindelijk in Jakar, de districtshoofdstad in de vallei van Choekor.

In Bumthang is er heel veel te beleven en je kan er dagen doorbrengen met bezoeken aan prachtige tempels en afgelegen kloosters. Natuurliefhebbers kunnen hun hartje ophalen tijdens wandelingen door de beboste heuvels. Regelmatig gaan er in Bumthang ook belangrijke boeddhistische festivals door die we graag opnemen in je reisroute.
Blijf je slechts kort in Bumthang breng dan zeker een bezoek aan een aantal  aantal belangrijke tempels (Jambay Lakhang, Kurjey Lhakhang en Tamsing) die op wandelafstand van elkaar liggen, gecombineerd met de dzong van Jakar.

Via de vallei van Chumi en de Yutong La verlaat je Bumthang in de richting van de subtropische Punakha-vallei. Onderweg kan er gestopt worden bij de grootste dzong van Bhutan in Trongsa en bij de chorten van Chendebi, net voor de Pelela Pass. Je passeert er ook een van de grootste waterkrachtprojecten van de Himalaya. Hoe dichter je de top van de pas nadert, hoe meer kuddes yaks je ziet. Eenmaal over deze pas, voert een zijweg naar de glaciale vallei van Phobjika, bekend om de indrukwekkende Gangtey Gompa en om de wetlands waar tijdens de wintermaanden talloze zwartnekkraanvogels overwinteren.Onderweg zijn  er ook enkele mooie wandelingen mogelijk in de buurt van Trongsa en Longtey.

Je overnacht 2 nachten in Phobjika zodat je volop kan genieten van het natuurschoon in deze uitgestrekte vallei.

De toppers volgen elkaar nu snel op. Het is niet zo ver rijden naar de vallei van Punakha zodat volop de tijd hebt om rustig onderweg te stoppen in allerhande dorpjes. In Punakha bezoek je in de namiddag nog de Chime Lhakhang, de tempel van de Divine Madman.

Je rijdt verder de heuvels in richting Talo Gompa. Vanuit een klein dorpje met een lokale tempel wandel je via een oud irrigatiekanaal naar de boerderij waar je zal verblijven. Een lokale familie heeft er een aantal gastenkamers ter beschikking, eenvoudig maar gastvrij. (de overnachtingen op de boerderij zijn een suggestie, je kan ook op hotel overnachten)

Vanuit de boerderij maak je een o.m. een wandeling naar Talo Gompa (ong. 10km) met onderweg wijdse zichten over Punakha. Talo Gompa is een minder bekend klooster, afhankelijk van de dzong van Punakha, waar een kleine monnikengemeenschap leeft en waar je het boeddhisme in al zijn eenvoud kan beleven.

Te voet kan je ook langs een oud monnikenpad naar de dzong van Punakha. De dzong is een van de mooiste en meest imposante van Bhutan. Hij neemt een centrale plaats in in het religieuze en sociale leven van het land. De koningen worden er gekroond en Shabdrung, de krijgsheer die Bhutan verenigde ligt er begraven. Maar bovenal is het een prachtig bouwwerk dat een ongekende grootsheid uitstraalt.

De laatste dag van je verblijf in de Punakha-vallei maak je nog een wandeling door de velden naar de Khamsum Yuelley Namgyal Chorten, gebouwd door de Queen Mother.

Nadien rijd je de vallei uit naar de Dochu La, een bergpas van zo’n3000m met op de top 108 chorten en duizenden wapperende gebedsvlaggen. In het voorjaar zijn de beboste hellingen er overdekt met rode en roze rododendronbomen.  Je overnacht er in een gezellig guesthouse op de top van de pas zodat je de volgende ochtend kan genieten van een geweldige zonsopgang boven de Himalaya.

Na een mooie zonsopgang, kan je nog een aangename wandeling maken vanop de Dochu La naar de Lungchotse Tempel en verder naar het kleine klooster van Tashiding. Van hieruit gaat het verder naar Thimphu, de hoofdstad van Bhutan. Bij aankomst in Thimphu bezoek aan de National Memorial Chorten waar de Bhutanesen van heinde en ver naar toe komen om een ‘khora’ (rondgang) te maken, en aan de kleurrijke Weekendmarkt (vrijdag tot maandag).

De hoofdstad van Bhutan telt iets meer dan 100.000 inwoners en strekt zich uit over de hele vallei. Toch heeft ze haar charme weten te bewaren en is het nergens echt druk. Er zijn in Thimpu heel wat zaken te bezichtigen zoals bijvoorbeeld het Textiel Museum, de Changanka-tempel, de Buddha Dodena die de vallei overschouwt, de ‘archery ground’ waar de boogschutters actief zijn, de Taschicho Dzong die de zetel van de regering herbergt, de boeddhistische universiteit van Tango,… Op een tweetal dagen kan je al heel wat bezoeken brengen en je privégids maakt graag met jou een selectie volgens je interesses.

In zuidelijke richting verlaat je de stad langs de Thimphu Chu rivier tot bij de samenvloeiing met de Paro Chu. Daar nemen je een kronkelende maar idyllische bergroute die je naar de vallei van Haa brengt, pas enkele jaren geleden opengesteld voor buitenlanders. Het is een zeer ruraal gebied waar je Bhutan op zijn authentiekst ziet. Afhankelijk van hoeveel (foto)stops je onderweg maakt, kan er in de namiddag nog een natuurwandeling door de vallei gedaan worden of kan er een bezoek gebracht worden aan de Tempels van de Witte en de Zwarte Duif.

De volgende dag verlaat je Haa langs een andere route via de Pele La-pass, de hoogst berijdbare pas van Bhutan (3990m). Bovenop de pas zijn talloze witte vanen opgericht ter herdenking van de overledenen. Vanop de pas kan er een tweetal uur gestapt worden naar het nonnenklooster van Kila (zeer authentiek en weinig bezocht). Nadien vervolg je weg richting Paro.

Tijd voor het hoogtepunt van elke Bhutanreis: Taktsang of Tiger Nest. De wandeling naar deze iconische tempel duurt een 3-tal uur. Een deel van het traject kan ook per paard worden afgelegd. Op een klif zo’n 900m boven de vallei hangt deze gompa tegen de rotsen gekleefd. Je kan ook enkel tot de viewpoint stappen waar je al een mooi zicht op Tigers Nest hebt

In de namiddag is er tijd om Paro te bezoeken met o.m. de Rimpong Dzong, de Kiuychi Tempel en het kleine stadscentrum.

In de ochtend transfer naar de luchthaven voor vlucht huiswaarts via Delhi /Kathmandu of Bangkok.

Deze Bhutanreis kan eventueel verlengd worden in Nepal, India, Thailand,… We maken je graag een voorstel.